De oplossing van de kalksteen en vorming van Karst wordt dramatisch zichtbaar door orgelpijpen (Rademakers, 1998). Dit zijn vele meters brede en tot wel vijftig meter diepe, naar onder taps toelopende, zak en pijpvormige, oplossingskanalen, die plaatselijk ook horizontaal vertakken. De bredere holten ontstaan waarschijnlijk uit het samengaan van meerdere oplossingskanalen. Zij zijn gevuld met jonger tertiair sediment en met relatief onoplosbare mineralen uit het krijt, oxiden, kleimineralen en silicaten, zoals vuurstenen. In horizontale netwerken van cm-brede en decimeter-lange holten, bevindt zich alleen het weinig oplosbare residu uit de opgeloste kalksteen. Op nog grotere diepte, als we de grondwaterspiegel naderen, en de poriënruimte natter wordt, is de oplossing van de kalksteen moeilijk zichtbaar. Hier wordt de oplossende activiteit van het sijpelende water op weg naar de verzadigde zone mogelijk direct zichtbaar onder de elektronen microscoop (Willems et al., 2007), en indirect door beige verkleuringen, in grijze kalksteen, vaak gevonden langs breuken, zoals de orgelpijpen ook langs breuken geconcentreerd kunnen zijn (Felder & Meessen, 1958)
.Orgelpijp
Orgelpijp