Inhoud
DE EINDJES AAN ELKAAR KNOPEN
SAMENVATTING
Steentijd mijnwerkers moesten weten waar je de beste vuursteenlagen kunt vinden. Om deze lagen goed te vervolgen moet je ze met elkaar kunnen verbinden. Met passen en meten knopen we losse eindjes aan elkaar.
INLEIDING
De gedetailleerde litho-stratigrafische onderverdeling van de Gulpen en Maastricht formaties in members is voor een belangrijk deel gebaseerd op vuursteenlagen (Felder, 1979). Eenzelfde gedetailleerde bio-stratigrafische onderverdeling op basis van micro en macro fossielen is nog niet gelukt (Rademakers, 1995). Door de telling van percentages aan fossielfragmenten kunnen we wel members, en zelfs de dunne bestaande uit 4-6 verschillende lagen, onderscheiden (Felder, 1981).
Het vervolgen van lagen over grotere afstand wordt bemoeilijkt wanneer de lagen niet continue ontsloten zijn en het aangezicht, de facies, verandert. Bekende voorbeelden zijn de west-oost overgang van Maastricht naar Kunrade facies en de noord-zuid verandering van de lagen rond de grens tussen de Gulpen- en Maastricht Formaties, de Lichtenberg horizon.
De Lichtenberg horizon is een erosie vlak, duidelijk ontwikkeld In het noorden, bij de ingang van de ENCI groeve, onder de hoeve Lichtenberg, Drie kilometer zuidelijker bij Lanaye, bevindt zich een vergelijkbaar erosievlak, maar een aantal vuursteenlagen hoger in de lithostratigrafie. Hierdoor ontstaat de indruk dat, door erosie in het noorden, ongeveer 5 meter sediment ontbreekt (Felder, 1987). Anderzijds, de verticale variatie in de relatieve concentratie van fossielfragmenten bij Lanaye is vergelijkbaar met die bij ENCI en levert geen aanwijzing voor het ontbreken van lagen (Felder, 1985). Deze zich schijnbaar tegensprekende waarnemingen waren aanleiding tot heftige controverse (Jagt et al., 2011). Beide visies worden verzoend door een model voor de sedimentatie van krijtlagen. De cyclische variatie van de dynamiek van sediment afzetting, erosie, doorgraving en microbiële mineralisatie beschrijft en verklaart hoe de vuursteenlagen bij Lanaye, horizontaal kunnen veranderen in de glauconitische lagen van gelijke ouderdom bij ENCI (Zijlstra, 1994d).
WAARNEMING
Door de horizontale verandering van de vuursteen- en glauconitische lagen onder en boven de Lichtenberg horizon nauwkeuriger, en op meer plaatsen van noord naar zuid, vast te leggen, kunnen we bepalen of we te maken hebben met een aanzienlijke onderbreking in de afzetting, of dat er sprake is van een nagenoeg continue chronostratografie van onze Maastrichtien typesectie. Daarnaast leert dit ons hoe wij uit zeer dunne opeenvolging van slechts enkele krijtlagen genoeg informatie kunnen halen om de vele kleine ontsluitingen hiervan in Zuid-Limburg preciezer met elkaar te kunnen verbinden. Een kunde die het stratigrafische onderzoek in het algemeen veel efficiënter kan maken.
METHODE
We kunnen een deel van de ontsluitingen genoemd in...lees meer